Ik heb lang getwijfeld om hierover te schrijven. Het was uiteindelijk een artikel van collega-blogger Nathalie dat me over de schreef trok. Zij kwam met hun verhaal naar buiten en gaf me het gevoel dat ik niet alleen was.
Laten we beginnen bij ’t begin. Kort na de start van het schooljaar had Jules last van extreme driftbuien. Op school viel het allemaal wel mee, maar thuis was er geen houden aan. Hij stond schreeuwend op en ging schreeuwend slapen. Daartussen leefden we met een tikkende tijdbom die bij elk fout woord ontplofte. We zaten zo hard met de handen in ’t haar dat ik ermee naar de huisarts trok om daar vervolgens in tranen uit te barsten.
“Wat is er mis met mijn vrolijk lief ventje?”
De huisarts zag de wanhoop in mijn ogen en verwees me door naar een kinderpsycholoog. Ik moet toegeven, ik stond niet te springen om met mijn kleuter naar een psycholoog te gaan. Iemand die mijn kind ging analyseren om vervolgens in een hokje te steken? Nee bedankt.
Toegegeven, vooral de naam ‘psy-cho-loog’ viel me zwaar. Geef mij maar opvoedcoach, ofzo. Klinkt een pak minder zwaar en dekt de lading in ons geval ook beter. Want de gesprekken werden met ons, de ouders, gevoerd en niet met het kind. Centraal stond dan ook ‘opvoeding’ en hoe we deze konden bijsturen. Na enkele gesprekken wist de opvoedingscoach ons te vertellen dat Jules’ gedrag vooral een aandachtskwestie was.
Aandacht dat Jules op alle mogelijke manieren opeist. En of dat nu positieve of negatieve aandacht is, dat kan hem op zo’n moment niet schelen. Hij weet alleen: als ik schreeuw, krijg ik aandacht. Meer zelfs, de kans is groot dat als ik lang en luid genoeg schreeuw, ik ook nog eens mijn zin krijg.
Onder ’t motto ‘de beste stuurlui staan aan wal’ werd ik bedolven onder goedbedoelde adviezen. Zelfs mensen zonder kinderen gingen me even vertellen hoe ik mijn zoon moest ‘kort houden’. Veel van de methodes probeerde ik uit. De ene week ging ik in dialoog met mijn razende kleuter. De week nadien plaatste ik hem, zonder er veel woorden aan vuil te maken, in time-out. Daar liet ik hem de ene keer 5 min uitrazen, maar dat kon net zo goed een halfuur zijn. Het gevolg was dat zowel ik als Jules de teugels totaal verloren. Ik had totaal geen vat meer op het gedrag van mijn zoon en Jules bleef maar razen.
De kinderpsycholoog vroeg ons om een driftbui van Jules te filmen. Op die manier kon hij zien hoe Jules, maar ook wij reageerden. Samen namen we de opnames door en al snel zagen we het probleem. Tijdens zo’n driftbui gaan we veel te vaak in dialoog met Jules. We bestoken Jules met vragen, proberen hem af te leiden en stellen tegelijk een aantal eisen. Maar vooral, de ene keer geef ik toe en andere keer hou ik voet bij stuk.
Klare taal
Jules had nood aan één duidelijk methode en klare taal. Een reactie waarbij hij duidelijk weet wat er gaat GEBEUREN, welke gedrag we hierbij van hem VERWACHTEN en wat het GEVOLG is als hij wel/niet luistert.
Om even een situatieschets te geven. Jules heeft een periode gehad dat hij niet met ons aan tafel wou eten. Wanneer we de tafel dekten, begon hij te mopperen om vervolgens bij het ‘aan tafel!’-signaal zichzelf volledig te verliezen.
Geloof me, het helpt geen f*ck om op dat moment te vragen ‘waarom’ hij niet wilt eten. Alsof hij het zelf uberhaupt weet. Ik ben geen moeder die gaat smeken bij haar kind, dus in dit soort situaties had hij vaak te kiezen: mee aan tafel of time-out. Aan tafel wou hij niet, maar time-out evenzeer. Vaak werd hij dan tegenstribbelend in time-out gezet om onze maaltijd vervolgens te voorzien van achtergrondlawaai. Gezellig is anders.
In bovenstaande situatie hielp het om Jules allereerst heel duidelijk en ruim op voorhand mee te geven dat er aan tafel gegeten zal worden. Allemaal samen, zonder discussie. Vervolgens maken we met hem de afspraak. Hierbij stellen we een beloning voorop die hij krijgt bij gewenst gedrag. Onze voorkeur gaat hierbij niet naar een materiële beloning. We houden het liever op een filmpje of spelletje op de iPad of een dessertje na het eten. Liefst kiezen we iedere keer een andere beloning waardoor de motivatie aangewakkerd blijft. Bij ongewenst gedrag wordt de beloning hem ontnomen en (afhankelijk van de situatie) gaat hij op straf. Opnieuw communiceren we hier in het begin zeer duidelijk (maar kort en bondig) over, verder gaan we niet in discussie en het is aan Jules om te nemen of te laten.
Geen ruimte voor discussie
Vooral het feit dat we geen ruimte meer laten voor discussie en werkelijk voet bij stuk houden, heeft Jules’ gedrag enorm beïnvloedt. Oja, hij heeft geprobeerd. Twee keer heeft hij zijn willetje serieus doorgedreven om vervolgens te beseffen dat er geen reactie kwam. Want tijdens zo’n driftbui blijf ik in de ruimte, maar gun hem geen blik. Pas wanneer hij rustig wordt, zoek ik toenadering. De zinnetjes “Pas als jij rustig bent, zal ik luisteren” of “Als jij zo schreeuwt, kan ik jou niet verstaan. *stapt weg*” stonden hier mooi op repeat.
Ook spelen we veel korter op de bal. Het moment dat we merken dat zijn potje aan het overkoken is, nemen we Jules apart om nog eens rustig te overlopen wat we van hem verwachten, waarom we dat gedrag verwachten en wat zijn beloning is als hij flink luistert. Opnieuw kiezen we een beloning die helemaal niet materieel is, maar hem wel kan sussen. ‘Dan mag je straks met je plasticine spelen’, bijvoorbeeld. Op zo’n moment gaan we nog niet van een straf spreken om het gesprek in een positieve sfeer te houden. Hoe positiever onze toon, hoe positiever Jules reageert.
Heeft mijn zoon nu geen driftbuien meer? I WISH. Natuurlijk zijn er nog driftbuien, hij is en blijft een kleuter. Maar de schreeuwpartijen zijn lang niet meer dagelijks en duren hoogstens een minuut of 5. We hebben de teugels terug in handen en kunnen Jules gemakkelijk kalmeren. Moet je hiervoor naar een kinderpsycholoog / opvoedingscoach ? Nee, niet persé. Ik kan alleen maar zeggen dat het voor ons een enorme hulp geweest is. Een neutrale persoon met kennis van zaken, die van aan de zijlijn enkele tips meegeeft. Die op basis van het karakter van je kind kan meedenken aan een oplossing of manier waarop je naar elkaar kan toewerken. Want zo’n driftbui is voor niemand fijn, allerminst voor het kind. Ze hebben iemand nodig die hen begeleidt en ondersteund tijdens zo’n driftbui, maar tegelijk iemand die duidelijke grenzen stelt en geen schrik heeft om gevolg te geven aan ongewenst gedrag.
Uitgelichte afbeelding: Shutterstock
Het kan andere mama’s maar helpen dat jullie erover praten en de drempel verlagen.
Kei goed!
Ben je er eigenlijk achter waarom hij zo “extreem” deed?
Daar hou ik nu van, een blog zonder schaamte en het eens eerlijk zeggen zoals het is! De onverbloemde waarheid kan zoveel mensen helpen. Het is immers niet allemaal ‘vind ik leuk’ of ‘kijk eens hoe mooi mijn leven is’. Heel fijn te zien hoe je het open en eerlijk de wereld instuurt, in de hoop dat er anderen zich gesteund en gesterkt kunnen voelen! En vooral: volhouden, jullie kunnen het!!
Zo herkenbaar. Wij hebben ook een hulplijn voor moeilijke momenten. Iemand die teugels aanreikt, waar wij dan mee aan de slag gaan. Jammer genoeg is er geen rechte lijn in opvoeding te trekken. Onze twee dochters zijn zo verschillend, en hebben beide andere handvaten. En kinderen grootbrengen is geen dagtaak, maar een continu evoluerende puzzel. Als ik op mezelf terugkijk, merk ik dat ik ook in een aantal valkuilen getrapt ben. Maar hé, ik deed alleen maar mijn best.
Dus ben ik blij met iemand die ik kan consulteren in moeilijke momenten.
Dankjewel voor je reactie! Ik ga helemaal akkoord.
Hier zijn de karakters van de kinderen ook zo verschillend en elk karakter heeft een andere aanpak nodig.
Terwijl veel mensen promoten dat je moet communiceren met je kind, dat straffen uit den boze is, en dat je kinderen moet loslaten om vervolgens alles zelf te laten ontdekken… werkt deze aanpak helemaal niet bij ons.
Het zogenaamde ‘attachment parenting’ ziet er mooi uit op papier en leuk dat het voor veel gezinnen kan werken, maar hier werkte het averechts :).
Ik denk dat daar nog veel over te zeggen is 😉
Wat heerlijk dat het heeft geholpen en dat jullie nu handvatten hebben. Groot gelijk dat je iemand hebt ingeschakeld.