Dertig lentes en drie energievretende kinderen om precies te zijn. U ziet, ’t heeft lang geduurd voor ik het zwarte goud (beter gekend als koffie) leerde appreciëren. En nog is’t niet in zijn pure vorm. Integendeel.
Velen zullen lachen en met hun ogen draaien als ik vertel dat een kop koffie me enkel smaakt met een flinke portie warme (opgeklopte) melk. Of dat nu een gewone latte, latte macchiato of cappuccino is, maakt me an sich weinig uit. Als het geheel maar zacht en ietwat romig van smaak is. Helemaal perfect wordt het met een scheutje zoete siroop. Hazelnoot of karamel, bijvoorbeeld.
Wie me een jaar geleden verteld had dat’k ging kunnen genieten van een goede latte, had ik eens goed uitgelachen. Koffie associeerde ik met de stinkende adem van mijn lerares frans. Ik herinner me nog goed de indringende geur toen het enge mens over m’n schouder hing en wanhopig de passé composé van partir in dat kopje van me probeerde te drammen. Mogelijks heeft het trauma van toen ermee te maken dat ik uiteindelijk 30 jaar nodig had om koffie een kans te geven. Je zou voor minder, toch?
Maar zie, de wonderen zijn de wereld nog niet uit. Ik stapte in de wondere wereld van koffie, en ging op zoek naar wat het (voor mij) zo goed maakt. Ik liet me verrassen door verschillende smaken en versies bij vrienden en familie, en waagde me al eens aan romig kopje bij m’n vaste brunchadres.
Er wordt gezegd dat je koffie moet ‘leren’ drinken, en effectief: elke kop smaakte me meer. Uiteindelijk, enkele dagen voor mijn bevalling, haalde ik een goede melkopschuimer en siroopjes in huis. Ik ging op zoek naar de smaakvariëteiten binnen de capsules voor in m’n Nespresso, en het zal u wellicht niet verbazen dat de dessert variant me hier het meest kan bekoren?
En nu zit ik hier. als een ware hipster met een heerlijk zoete latte naast me, dit neer te schrijven.