Inrichting heeft me altijd geboeid. En toch vind ik het moeilijk om mijn interieur te beschrijven. Ik hou van ’t minimalistische, maar fleur tegelijk de boel graag op met kringloopvondsten. Het strak industriële spreekt me aan, terwijl ik ook helemaal warm word van natuurlijke elementen zoals blank hout, planten en droogbloemen. Contradictorisch, in a way. Al spreekt het geheel wel aan. Of speel ik gewoon op safe en durf ik één specifieke stijl niet voldoende door te trekken? Mogelijks.
De verhuis, intussen vijf jaar geleden, was een reden om qua interieur een nieuwe start te maken. Clean sheet. Het samenraapsel van goedkope spullen, veelal verzameld tijdens onze studententijd, werd buiten gebonjourd. We besloten een lijn te trekken in dat interieur en te investeren in degelijke stuks. ’T is net daarom dat het interieur hier maar met mondjesmaat aandikt.
Uiteraard vind je bij huize Depret gerief uit een -niet nader genoemde- Zweedse woonwarenhuisketen. Meer dan me lief is. Laten we wel wezen: ’t is goedkoop en degelijk. Origineel daarentegen? Allerminst. Dat de halve straat dezelfde boekenkast heeft, moet je erbij nemen. Kortom, we proberen de 13 in een dozijn te vermijden.
Onlangs kocht ik bij sfeer.nl nog enkele leuke stuks in afslag. Zij verkopen namelijk de Nederlandse meubelmerken By-Boo en Label51. Merken die me qua stijl (en prijs) aanspreken. Het begon met een stevig metalen nachtkastje dat ik al even op’t oog had voor Jules’ kamer, en al snel vulde mijn winkelmandje zich met tal van andere spullen. Zo vond ik o.a kussens die qua kleurencombinatie perfect passen bij opvallende tapijt in onze woonkamer én ontzettend comfortabele kruk die als extra zitplaats kan dienen als we volk ontvangen.
Ben ik de enige die instant happy wordt van een nieuw meubel- of decoratiestuk? Nee toch?
Lees ook: binnenkijken: ons huis dat nooit af is.
